3.1.4 Proteïnen

Proteïnen (eiwitten) spelen overal in het lichaam een belangrijke rol. Zo’n 50% van de droge massa van een cel bestaat uit proteïnen.  Er zijn veel verschillende soorten proteïnen, die uiteenlopende functies kunnen hebben: bijvoorbeeld enzymen om reacties te versnellen, microfilamenten om stevigheid aan de cel te geven, eiwitkanalen om eiwitten door de celmembraan te transporteren en receptoren om te communiceren met andere cellen.

Proteïnen zijn polymeren die opgebouwd zijn uit afzonderlijke aminozuren (peptiden). Een proteïne is daarom een polypeptide. Een aminozuur is een organisch molecuul die zowel een carboxyl (-COOH) als een aminogroep (-NH2) bevat. Cellen gebruiken slechts 20 verschillende aminozuren om alle verschillende proteïnen mee op te bouwen.

In onderstaande afbeelding is een aminozuur weergegeven. Alle aminozuren hebben dezelfde basisstructuur, ze verschillen alleen in de restgroep R. Dat is ook te zien in de afbeelding waar alle 20 aminozuren die in ons lichaam voorkomen, zijn weergegeven.

Een aminozuur.

Aminozuren worden aan elkaar gekoppeld door polymerisatie. Daarbij is een enzym nodig dat een dehydratatiereactie laat plaatsvinden, zodat er een peptidebinding tussen beide aminozuren ontstaat. Daarbij komt water vrij. Door vele aminozuren aan elkaar te koppelen vormt zich uiteindelijk een lange keten, die vervolgens gevouwen wordt tot een driedimensionaal molecuul; de proteïne. Aan het ene uiteinde van het proteïne zit een aminogroep (H2N), en aan de andere kant een vrije carboxylgroep (COOH). Bij het aangeven van de volgorde van aminozuren in een proteïne starten we altijd met het noemen van het aminozuur aan de amino-uiteinde en eindigen bij het carboxy-uiteinde. Er zijn twintig aminozuren. Je hoeft de structuren niet uit je hoofd te leren!

De opeenvolging van de verschillende aminozuren noemen we de sequentie. De 20 te onderscheiden aminozuren hebben bovendien nog een specifieke afkorting van 3 letters. Zo kan op een eenvoudige manier de sequentie worden genoteerd. Voorbeeld: Tyr- Ser-Leu-Ser-Asn. Je hoeft deze namen en afkortingen niet uit je hoofd te leren.