31.4 Verwerkingsopgaven Redoxreacties

De antwoorden op deze opgaven zijn te vinden in het downloadbestand.

1 Welke elementen worden geoxideerd? welke gereduceerd?

a. $\mathrm{CH_4 + 2 O_2 \rightarrow CO_2 + 2 H_2O}$

b. $\mathrm{2FeF_2 + H_2O_2 + 2HF \rightarrow 2 FeF_3 + 2H_2O}$

c. $\mathrm{2 NH_2 \rightarrow N_2 + 3H_2}$

2 Gebruik de tabel met standaardreductiepotentialen om te bepalen of de volgende stoffen reageren; zo ja, schrijf dan de volledige reactievergelijking.

a.Cl2 en Fe

b. Zn en HCl

c. Ag en I2

d. O3 en NaCl, in zure omgeving

3. Dichromaat,$\mathrm{Cr_2O_7^{-2}}$ , kan worden omgezet tot $\mathrm{Cr^{3+}}$in waterig milieu.

a. Beschrijf de verandering in oxidatiegetal. Wordt het chroom geoxideerd of gereduceerd?

b. Schrijf de volledige (in evenwicht gebrachte) halfvergelijking.

c. Vindt deze reactie plaats in een zuur of basisch milieu?

4. Bij gebruik van een lithiumbatterij vinden de volgende halfreacties plaats:

$$\mathrm{(A)\; CoO_2 + Li^+ + e^- \rightarrow LiCoO_2; \;\;\; (B) \; LiC_6 \rightarrow C_6 + Li^+ + e^-}$$

a. Welke stoffen zijn aanwezig in een volledig opgeladen batterij? Welke in een “lege” batterij?

b. Welke reactie vindt plaats bij de anode? Welke bij de kathode?

c. Schrijf volledige reactievergelijkingen (1) voor het gebruik; (2) voor het opladen van deze batterij.

5. Geeft de totale reactievergelijking voor de beide redoxreacties onder het kopje “Elektrolytisch element”.