37.5 Verwerkingsopgaven Analytische meetkunde

De antwoorden op deze opgaven zijn te vinden in het downloadbestand.

1 Een driehoek wordt gevormd door de punten A (3, 1);  B (–1, 9);  C (­–1, 5).

a. Bepaal de omtrek van de driehoek.

b. Bepaal de oppervlakte van de driehoek.

c. Schrijf formules voor de drie zijden.

2 De x-as, de y-as, de lijn l: x + 2y = 8 en de lijn m: 3x + 2y = 12 sluiten samen een gebied in. Bepaal de oppervlakte van dat gebied.

3 Bepaal de top van de parabool  y = 3x2 – 12x + 88. Schets de parabool.

4 Bereken het snijpunt van de lijn y = 2x + 1 en de cirkel rond (1, –2) met straal 5.

5 De volgende parabolen raken elkaar in precies één punt. Bepaal de waarde van p. (Er zijn twee mogelijkheden.)

y = x2 + 6px + 50                en          y = 2 – 2x2.

6. De vergelijkingen

C1x2 + y2 – 6x + 10y = 59

C2x2 + y2kx + 10y = m

beschrijven concentrische cirkels (hetzelfde middelpunt), maar de straal van C2 is tweemaal zo groot als die van C1. Bereken k, m.