Alle stoffen bestaan uit zeer vele, zeer kleine deeltjes die atomen genoemd worden. In het oorspronkelijke atoommodel (Dalton, 1805) waren atomen niet verder te splitsen. Dit blijkt onwaar te zijn, maar het model blijft zeer bruikbaar.
Er zijn ongeveer 100 verschillende atoomsoorten. Zij worden meestal getabuleerd in het periodiek systeem (zie verderop).
- Een enkelvoudige stof, of element, bestaat uit één soort atomen.
- Een samengestelde stof, of verbinding, bestaat uit twee of meer soorten atomen.
Deze atomen komen in een vaste verhouding voor. Vooral bij inorganische stoffen is dit een verhouding van relatief kleine getallen (bijv. 2:3, 1:5).
Veertig belangrijke atoomsoorten staan hieronder weergegeven met hun symbolen.
Het is handig de afkortingen te leren. Je kunt ook oefenen met het gebruik van flashcards. Bijvoorbeeld deze kaarten van quizlet:
Toetsen