29.4.1 Evenwicht bij het oplossen van zouten – Oplosbaarheidsproduct

In paragraaf 25.5.1 werd een onderscheid gemaakt tussen goed en slecht oplosbare zouten. Dit kunnen we nu interpreteren als de ligging van het evenwicht in een omkeerbare reactie. Bijvoorbeeld, voor het zout calciumhydroxide, Ca(OH)2, heeft men:

$$\text{Ca(OH)}_2 \; \text{(s)} \rightleftharpoons \text{Ca}^{2+} \; \text{(aq)} + 2 \; \text{OH}^- \; \text{(aq)}.$$

Naar rechts lost het zout op; naar links slaat het neer. Beide processen vinden tegelijkertijd plaats. Uiteindelijk wordt een evenwicht bereikt, waarbij er geen netto verandering meer optreedt. Bij dit evenwicht hoort de evenwichtsvoorwaarde

$$[\text{Ca}^{2+}][\text{OH}^-]^2 = K_\text{opl}.$$

De vaste stof Ca(OH)2 is niet opgenomen in de noemer, omdat zij niet homogeen verspreid is in de oplossing. De evenwichtsconstante wordt in dit geval oplosbaarheidsproduct genoemd.

In het algemeen geldt bij een zout met formule MmNn (M = positief ion, N = negatief ion):

$$[M]^m[N]^n = K_\text{opl}.$$

Opmerkingen:

  • Hoe hoger Kopl is, des te groter is de oplosbaarheid.
  • De vergelijking geldt voor een verzadigde oplossing. Als de oplossing onverzadigd is, geldt $[M]^m[N]^n < K_\text{opl}.$
    • Kopl is afhankelijk van de temperatuur; bij de meeste zouten neemt de oplosbaarheid toe bij hogere temperaturen.