25.1.2 Scheidingsmethoden

filtrerenEen filter laat vloeistof en opgeloste stoffen door (filtraat),
maar houdt vaste deeltjes regen (residu).
bezinkenIn de loop van de tijd zakken dichtere deeltjes naar beneden.
centrifugerenHet snel ronddraaien van een mengsel simuleert een versterkte zwaartekracht,
waardoor het bezinken sneller verloopt.
indampenScheid een vaste opgeloste stof door de vloeistof boven het kookpunt te verhitten.
destillerenScheid een mengsel van vloeistoffen door te verhitten tot boven het kookpunt van één van de stoffen.
De opgevangen en gecondenseerde damp is het destillaat.
chromatografieScheid stoffen door verschil in diffusiesnelheid.
papierchromatografie: opgeloste stoffen trekken in papier met verschillende snelheden.
gaschromatografie: gassen verspreiden zich in een ruimte met verschillende snelheden.