De antwoorden op deze opgaven zijn te vinden in het downloadbestand.
1. Zijn de volgende stoffen mengsels? Zo ja, homogeen of heterogeen? Zo nee, zijn het enkelvoudige stoffen of verbindingen?
water ; lucht ; modder ; piepschuim ; thee ; staal.
2. Schrijf formules voor de volgende stoffen. Sommige zijn moleculair, sommige ionisch.
distikstofmonoxide ; fosforpentachloride ; calciumchloride ; chroom(III)jodide
broom ; helium ; kaliumacetaat ; bariumhydroxide ; aluminiumcarbonaat
3. Breng in evenwicht:
a. $\text{H}_2 \; \text{(g)} + \text{S}_8 \text{(s)} \rightarrow \text{H}_2 \text{S (g)}$
b. $\text{NaPO}_3 + \text{SiO}_2 + \text{C} \rightarrow \text{Na}_2 \text{SiO}_3 + \text{CO} + \text{P}_4.$
4. Schrijf reactievergelijkingen voor:
a. de verbranding van aceton, C3H6O
b. de elektrolyse van natriumchloride
c. het oplossen van waterstofcyanide, HCN (g)
5. In welke van de volgende mengsels slaat een zout neer? Geef de essentiële ionenvergelijking en de stoffenvergelijking.
a. oplossingen van NaBr en AgNO3
b. oplossingen van kaliumchloraat en ammoniumhydroxide
c. oplossingen van K3PO4 en Ca(NO3)2