Een stof heet oplosbaar als zij zich spontaan vermengt met het oplosmiddel. Zo zijn suiker en keukenzout goed oplosbaar in water, maar krijt en bloem niet. Zelfs voor goed oplosbare stoffen bestaat er een grens aan de concentratie die men kan bereiken. Als de oplossing verzadigd is, kan er niet meer van de stof worden opgelost. De oplosbaarheid van een stof beschrijft bij welke concentratie verzadiging optreedt. Dit hangt af van de stof, het oplosmiddel en de temperatuur van de oplossing.
In chemische reacties geeft aan dat een stof is opgelost in water door (aq) te schrijven achter de formule. Voorbeeld: NaCl (aq) is keukenzout opgelost in water.