Een ether herkent men aan de C—O—C groep. Bij de naamgeving beschrijft men de helften aan weerszijden van het zuurstofatoom alsof het zijtakken waren, en voegt men –ether toe.
dimethylether CH3–O–CH3
ethylpropylether: CH3CH2–O–CH2CH2CH2.
Een ether herkent men aan de C—O—C groep. Bij de naamgeving beschrijft men de helften aan weerszijden van het zuurstofatoom alsof het zijtakken waren, en voegt men –ether toe.
dimethylether CH3–O–CH3
ethylpropylether: CH3CH2–O–CH2CH2CH2.