Een rechthoek is een vierhoek met de volgende eigenschappen:
- Alle hoeken zijn gelijk, nl. 90˚.
- De diagonalen zijn even lang en snijden elkaar in het midden.
(Als één eigenschap opgaat, gaan ze beide op.) Een rechthoek is vanzelf ook een parallellogram. De zijden heten lengte en breedte. Voor de oppervlakte geldt:
$$\text{opp} = \text{lengte} \cdot \text{breedte}$$
De diagonaal van een rechthoek volgt uit de stelling van Pythagoras:
$$\text{diagonaal} = \sqrt{\text{lengte}^2 + \text{breedte}^2}$$