Een kansverdeling heet homogeen als alle uitkomsten gelijke kansen hebben. Een dergelijke verdeling beschrijft veel “eerlijke” kansexperimenten, zoals het trekken van een willekeurige speelkaart, het werpen van een munt, of het rollen van een dobbelsteen.
Als er N mogelijke uitkomsten zijn, geldt dan voor elke uitkomst u dat
$$P(u) = \frac{1}{N}$$
Het rollen van een gewone dobbelsteen heeft zes mogelijke uitkomsten. Men mag verwachten dat de kansverdeling homogeen is. Dus is de kans om vier ogen te rollen gelijk aan
$P(\mathrm{vier}) = \frac{1}{6} \approx 0,17$ ofwel $17%$.