3.3.3 Fotosynthese donkerreactie (Calvin-cyclus)

Hier zie je een samenvatting van de donkerreactie (van Biologielessen):

 

De gevormde NADPH,H- en ATP-moleculen uit de lichtreactie worden vervolgens gebruikt in de donkerreactie om uit CO2 en H2O glucose te vormen. Deze reacties spelen zich af in de stroma (de vloeistof) van de chloroplasten. De reacties vinden alleen plaats bij planten (autotrofen) en hebben geen licht nodig (kan dus overdag en ’s nachts plaatsvinden).

De eerste reactie die plaatsvindt is de koolzuurfixatie, die specifiek is voor autotrofe organismen. De reactie verloopt in een aantal stappen.

  • Allereerst worden er 6 CO2-moleculen gebonden aan al aanwezige koolstofmoleculen in de cel. Hierdoor ontstaan uiteindelijk 12 moleculen glycerinezuur-3-fosfaat; een molecuul met 3 koolstofatomen.
  • Vervolgens geven 12 ATP-moleculen hun fosfaat af. Met behulp van deze fosfaatmoleculen vindt een reductiereactie plaats, waarbij 12 NADPH,H (ontstaan tijdens de lichtreactie) wordt omgezet in 12 NADP+.
  • Er zijn nu 12 glyceraldehyde-3-fosfaat-moleculen ontstaan. Twee daarvan worden aan elkaar gekoppeld tot glucose.
  • De andere 10 moleculen worden verder bewerkt, zodat uiteindelijk weer de zes oorspronkelijke ribulose-1,5-difosfaatmoleculen zijn ontstaan. Hiervoor is 6 APT nodig.

Bij deze reactie worden 18 ATP en 12 NADPH,H-moleculen gebruikt. Deze ontstaan tijdens de lichtreactie. Daarnaast zijn CO2= en H2O nodig. Er ontstaat glucose.

De uiteindelijke totale reactie van de fotosynthese is als volgt:

6 CO2 + 6 H2O + Licht (Energie) ⟶ 6 O2 + C6H12O6.

De donkerreactie of Calvin Cyclus, waarin ATP en NADPH (uit de lichtreactie) gebruikt wordt om glucose te maken uit koolstofdioxide.