Wanneer een voorwerp P bij een spiegel wordt geplaatst, zal een groot aantal lichtstralen van dat voorwerp door de spiegel worden weerkaatst. De gespiegelde lichtstralen vormen dus een lichtbundel. Meestal is die bundel divergent: hij wordt steeds wijder, en het lijkt alsof het licht afkomstig is uit een enkel punt. Dit punt van divergentie is het spiegelbeeld P’.
Bij een vlakke spiegel kan met het spiegelbeeld gemakkelijk bepalen:
- Trek een lijn door het voorwerp loodrecht op het spiegelvlak. Trek de lijn door naar achter de spiegel.
- Meet de afstand van voorwerp tot het spiegelvlak.
- Het beeldpunt P’ ligt op dezelfde lijn, en op diezelfde afstand achter het spiegelvlak.