Optellen en aftrekken: combineer gelijksoortige termen
Voorbeeld:
(6x^3 – 3x + 7) = (x^3 + 2x^2 – 12) = 5x^3 – 2x^2 -3x + 19.
Uitwerking:

Bekijk onderstaande video voor een uitleg van veeltermen met een aantal voorbeelden stap voor stap uitgewerkt.
Vermenigvuldiging: gebruik distributieve eigenschap
Voorbeeld:
(2x^2 – 4x + 6) \cdot (2x^2 + 3x – 5) = 4x^4 – 2x^3 -10x^2 + 38x – 30
Uitwerking:

Delen: voer een staartdeling uit:
- deel de termen met hoogste graad in zowel deeltal als deler
- trek af zodat die term vervalt
- herhaal tot een evt. rest over is van lagere graad dan de deler
Voorbeeld:
\frac{3x^3 – 11x^2 + 11x – 15}{x-3} = 3x^2 – 2x + 5.
Uitwerking:

Voor een stappenplan voor het delen van veeltermen, zie onderstaande video: