De antwoorden op deze opgaven zijn te vinden op pagina 620.
1 Bereken: \begin{align} \frac{2}{5} – \frac{1}{6} & = \\ 193 \; – (42 \; -(\; -77)) & = \\ \frac{8}{15} \cdot (-\frac{45}{56}) & = \end{align}
2 Schrijf zonder haakjes: \begin{align} 3 \cdot (8a \; -5) & = \\ (20 + x)(20 \; -x) & = \\ (x-2)^2 & = \end{align}
3 Schrijf als een macht of een product van machten: \begin{align} \frac{7a^2 \sqrt{a}}{a^6} & = \\ \frac{(4x)^6}{y^2\sqrt{x}} & = \\ \sqrt[3]{\frac{p^2q^9}{r^6}} & = \end{align}
4 Bereken de volgende logaritmen: \begin{align} ^3\!\log{81} & = \\ ^4\!\log{8} & = \\ \ln \sqrt{e} & = \\ \log{0,00001} & = \\ ^7\!\log{\frac{1}{49 \sqrt{7}}} & = \end{align}
5 Vereenvoudig: \begin{align} \log{\frac{x^2}{100y}} & = \\ \ln \sqrt{\frac{x^n}{e^{-x}}} & = \end{align}
6 Als ln x = 3, bereken dan \frac{1-e^{2x}}{1 + e^{-2x}}.
7 Als P = x3 – 3x – 4 en Q = 6x7 – 2x2 + 5x, bepaal dan
a. de lineaire term in de som P + Q.
b. de kwadratische term in het product PQ.
8 De veelterm 2x2 + 7x – c heeft –6 als een nulpunt.
a. Bepaal c.
b. Bepaal het andere nulpunt (voer een deling uit).
9. Als M = \begin{bmatrix} 0 & -1 \\ 2 & 1 \end{bmatrix} \; \text{en} \; N = \begin{bmatrix} 0 & 3 \\ 1 & -2 \end{bmatrix},
bereken dan MN en NM.