Een parallellogram is een vierhoek met de volgende eigenschappen:
- Beide paren tegenoverliggende zijden lopen evenwijdig.
- Tegenoverliggende zijden hebben gelijke lengte.
- Tegenoverliggende hoeken hebben gelijke grootte.
- De diagonalen snijden elkaar in het midden.
(Als een van deze eigenschappen geldt, gelden ze allemaal.)
De hoogte is de lengte van een loodlijn op één van de zijden (de basis). Voor de oppervlakte geldt:
$$\text{opp} = \text{basis} \cdot \text{hoogte}$$