Een vierhoek bestaat uit vier hoekpunten, verbonden door vier zijden. Ieder hoekpunt heeft een tegenoverliggend hoekpunt; iedere zijde heeft een tegenoverliggende zijde.
- Een diagonaal is een lijnstuk dat twee tegenoverliggende hoekpunten verbindt.
- De omtrek van een vierhoek is de som van de vier zijden.
- De som van de (binnen)hoeken van een vierhoek is 360˚.